Onder wilde hagen verstaan we lijnvormige elementen van struiken. Geschoren  hagen (zie hiervoor De geschoren haag) zijn altijd geplant en worden (intensief) beheerd. Denk aan de hagen om tuinen en erven. Daarnaast spreken we ook over hagen als we het hebben over liguster- en buxusbeplantingen in boerentuinen. Wilde gagen zijn geplant of spontaan ontstaan. Ze worden gesnoeid of groeien volop in de hoogte en breedte uit. Wilde hagen bestaan uit struiken zoals meidoorn, sleedoorn, haagbeuk, vuilboom en dergelijke. Vaak doen ze dienst als perceelsscheiding. Vroeger hadden ze ook de functie van veekering.

Functie

  • nest-, schuil- en voedselgelegenheid voor vogels en zoogdieren
  • verbindingsweg voor zoogdieren, amfibieën en vlinders
  • bijdrage aan een aantrekkelijk landschap
  • instandhouding van een cultuurhistorisch element

Winst voor de natuur

Wilde hagen kunnen in een grote variatie aan struiken voorkomen, zoals sleedoorn, egelantier, braam, Gelderse roos, haagbeuk en veldesdoorn. In breed en hoog uitgegroeide hagen is in de ondergroei ook een grote variëteit aan kruiden aan te treffen zoals nagelkruid, look zonder look en hondsdraf.

dasIn wilde hagen nestelen vogels als heggenmus, merel en kneu. Daarnaast zoeken vlinders zoals boomblauwtje, citroenvlinder en gehakkelde aurelia naar voedsel en planten om eieren af te zetten. Bosmuis, veldmuis, egel en andere kleine zoogdieren schuilen er en planten zich er voort. Ook marters zoals bunzing en wezel zijn in en rond wilde hagen vaak op zoek naar voedsel. Wilde hagen zijn voor veel diersoorten (onder andere das, afb.)belangrijke verbindingswegen tussen verblijfplaats en voedselgebied in landschappen die verder weinig beschutting en dekking bieden.


Meest geschikte lokaties

  • aansluitend of in de buurt van andere houtopstanden: hier kunnen meer soorten planten en dieren (tijdelijk) voorkomen dan in geïsoleerde gelegen heggen
  • in een noord-zuid oriëntatie of langs wegen en kavelpaden: de opbrengstderving door schaduwwerking op productiegrond is hier het kleinst.

wilde haag

Aanplant en beheer van wilde hagen

Hoe breder de heg of haag, hoe meer soorten dieren er in kunnen voorkomen. Naarmate een wilde haag langer in onderhoud is, wordt de variatie aan planten in de ondergroei groter.

Plant een haag aan

Vrij uitgroeiende hagen, die voor natuur de meeste waarde hebben, kunt u het beste aanplanten op een strook grond van minimaal vijf meter breed. Maai voordat u gaat planten de ter plekke aanwezige vegetatie en spit (kleine) plantgaten. Gebruik bosplantsoen en plant drie tot vier struiken per vierkante meter. Plaats zo nodig een raster tegen veevraat.

sleedoorn-in-bloei

Plant waardevolle soorten aan

Kies voor soorten struiken die voedsel, nest- en schuilgelegenheid bieden aan vogels, zoogdieren, amfibieën en/of vlinders.

Snoei de haag zo vaak als nodig

Een vrij uitgroeiende haag mag breed en hoog worden. U hoeft niet vaker dan eens in de vijf (of meer) jaar te snoeien.

Vul open plekken op en raster zonodig af

Voor het behoud van een verwaarloosde haag kunt u open plekken het beste opvullen met nieuwe aanplant. Loopt de haag kans te intensief te worden begraasd door vee, raster deze dan af. Plaats het raster op ongeveer één meter afstand langs de haag. Het vee kan dan enigszins van de takken vreten en snoeit zo een beetje mee.

Soorten

Voor de wilde haag of gemengde haag bestaat geen uniform schema, soorten kunnen divers worden toegepast maar kies wel inheemse soorten. Boomvormende soorten kunnen worden toegepast, maar max. 10% van het totaal. Voor een goede wilde of gemengde haag kunt u de volgende soortskeuze toepassen (3 st/m2, in maat 60-100 cm):

40% Crataegus monogyna – Meidoorn

15% Prunus spinosa – Sleedoorn

15% Acer campestre Veldesdoorn

Aangevuld met inheemse struikvormende soorten als  Rosa canina (Hondsroos), Egelantier (Rosa rubiginosa), Sambucus nigra (Vlier) max 1%, Bosbraam (Rubus fruticosus), en eventueel in beperkte hoeveelheden Corylus avellana (Hazelaar), Viburnum opulus (Gelderse roos), Cornus mas (Gele kornoelje), Rhamnus frangula (Vuilboom) goed voor bijen!

Roos en braam aanplanten in de randen als solitair.

gehakkeldeTIP! Houd af en toe wat grotere ruimten open aan de zonkant. Vlinders en andere insecten kunnen er een prettige plek vinden om op te warmen zoals de Gehakkelde Aurelia. Laat ook eens wat brandnetels staan. De Kleine Vos is er voor z’n voortplanting van afhankelijk.