boerentuin

Onder een boerentuin verstaan we de door de boer en/of boerin onderhouden tuin bij de boerderij. De grondsoort, de welvaart van de bewoners en de tijd waarin de tuin is aangelegd, hebben het uiteindelijke gezicht van de boerentuin bepaald. Er zijn verschillende typen. De klassieke nutstuin  bestond oorspronkelijk alleen uit groenten, klein fruit en kruiden. Later zijn er vaak bloemen langs of tussen de groenten en kruiden gezet. We spreken dan van een versierde nutstuin of zelfs van een siertuin. Meestal staan de planten in rijen. Dit type tuin kwam en komt vooral voor op de armere zand- en veengronden.

Wat kunt u bereiken?

  • aantrekkelijk ogende bloementuin
  • schuilplek voor amfibieën, voedselplek voor vogels en zoogdieren, voedselplek en voortplantingsgebied voor dag- en nachtvlinders en andere insecten
  • behoud van cultuurhistorisch waardevolle tuinen en planten zoals stinzenplanten
  • bijdrage aan eigen behoefte voor bloemen, groente en klein fruit

Winst voor de natuur

In boerentuinen komen, onder andere door regelmatig spitten, algemene soorten planten voor zoals ereprijssoorten, rood guichelheil en paarse dovenetel. Vogels als merel en koolmees en zoogdieren, zoals hazen en muizen, zoeken er soms – ongenood – naar voedsel. Amfibieën, zoals de gewone pad, vinden er vaak ook iets te eten en schuilen graag onder planten en heggen. Dagpauwoog, kleine vos, atalanta en andere vlinders zijn er op zoek naar nectarplanten voor voedsel en naar waardplanten om zich voort te planten.

boerderijtuin