zwaluw_1

Op een erf in het buitengebied staan over het algemeen een woonhuis, een stal en een of meer schuren. Elk landschapstype in Hardenberg heeft boerderijen en erven met eigen kenmerken. Zoals de specifieke Groninger herenboerderijen in de Krim, de Halleboerderijen in het essen- en hoevenlandschap zoals in Ane en de grote moderne boerderijen in de veenontginningen. Ondanks deze verschillen maken vaak dezelfde diersoorten gebruik van de gebouwen op de boerenerven. Voorbeelden zijn kerkuil, boerenzwaluw en witte kwikstaart.

Wat kunt u realiseren met uw gebouwen op uw erf:

  • nestplaatsen voor vogels, marters en (vleer)muizen overwinteringsplek voor vleermuizen en andere zoogdieren en voor insecten
  • behoud van karakteristieke bebouwing in een bepaalde streek
  • woonplek voor gezin, huisvesting voor vee en opslag voor materialen en producten
  • winst voor de natuur, goed onderhouden en regiospecifieke bebouwing staat fraai in het landschap. Denkt u ook aan het binnenhalen of afschermen van uw opslag en materialen. Bovendien kunnen in boerderijen kenmerkende diersoorten voorkomen. In grup- en ligboxenstallen, in hooibergen en in schuren vinden boerenzwaluwen vaak een nestplaats. Aan de buitenkant, onder overstekende daklijsten, nestelen dikwijls huiszwaluwen. Gierzwaluwen kruipen door spleten tussen de dakpannen en kieren tussen muur en dakbeschot om een nest te maken. Kerkuilen broeden bij voorkeur in nestkasten in stallen en schuren op boerenerven. De bunzing maakt graag gebruik van een houtstapel in de schuur om te rusten. Vleermuizen verblijven ’s zomers overdag en ’s winters tijdens de winterslaap in spouwmuren of achter raamluiken.

Mogelijkheden voor natuur in en bij gebouwen Gebouwen kunnen schuil- en nestgelegenheid bieden aan allerlei dieren. Diverse soorten planten groeien op of langs de muren van gebouwen

Help vogels aan een verblijf- of nestplaats

U helpt vogels door gebouwen toegankelijk te houden of te maken en door nestplekken vrij te houden of aan te bieden. U doet vogels ook een plezier als er bouwmateriaal voor nesten aanwezig is. Houd nissen en andere holten en gaten in muren zoveel mogelijk open. Het is zinvol de toegankelijkheid te vergroten door op geschikte plaatsen een raam, luik of deur open of op een kier te laten staan.

  • Hang waar mogelijk een nestkast op.
  • Zorg voor aanhechtingsplekken voor nesten en de beschikbaarheid van nestmateriaal en voedsel.
  • Bied zoogdieren een verblijfplaats
  • Behoud en maak groeiplaatsen voor muurplanten, muurplanten, zoals de muurleeuwenbek, zijn er bij gebaat als u bij het herstel van een oude muur of het maken van een nieuwe zachte (kalk)specie gebruikt in plaats van hard cement. Denk er wel aan dat zulke muren eerder onderhoud nodig hebben dan muren die met gangbaar cement zijn gemetseld. U zult af en toe de voegen moeten bijwerken. Plant, vooral langs muren in de volle zon, zo mogelijk ook muurbedekkers. Klimop, kamperfoelie en clematis bieden insecten voedsel en vogels nestgelegenheid.
  • Houd een rieten dak in stand of herstel dit. Boerderijen met rieten daken ogen vaak zeer fraai. Zorg daarom voor onderhoud of herstel van deze daken.
  • Richt een opslagplaats natuurgericht in.Houd een onverharde opslagplaats zo mogelijk in stand. Deze biedt meer mogelijkheden voor dieren en planten dan een verharde. Door in een hoek te zorgen voor een modderige plek kunt u zwaluwen in droge voorjaren aan nestmateriaal helpen. Plaats zo mogelijk een marterkast of leg een steenhoop of houtstapel aan.

huis_1